Op de schildercursus (Stichting Schildercursus Vlissingen) is er een stilleven neergezet met diverse materialen. Als eerste gaan we bepalen welke compositie we gaan nemen.
Om het mezelf makkelijk te maken pak ik mijn gsm en zet ik de fotoverhouding op 3:4.
Door dit te doen kader ik automatisch af wat er wel en niet op het schilderij komt.
Ik neem diverse foto's en kijk welke foto het beste oogt. (compositie)
Dat is uiteindelijk de foto die hierboven is weergegeven.
Vervolgens heb ik een vel papier genomen wat geschikt is voor olie/acryl verf.
Op het vel heb ik een kader getekend met een verhouding van 3:4. (is 42 cm breed en 56 cm hoog geworden)
Het voordeel van dit kader is dat het dezelfde verhouding heeft als mijn foto.
We schetsen niet van foto maar naar werkelijkheid, toch maak ik altijd een foto voor ik begin.
(tip) waarom een foto voor dat men begint
Nu we de compositie en het kader op papier hebben staan gaan we de schets maken.
Blijf op dezelfde positie staan en probeer de grote lijnen vast te leggen.
In dit geval heb ik potlood gebruikt maar men kan ook houtskool nemen.
Ik wil de banjo, de stoel, de roos en de metalen beker op mijn schilderij zetten.
Nu ik die heb begin ik te twijfelen over de kandelaars op de voorgrond.
Nadat ik de kandelaar op de schets heb gezet vind ik het toch een storend object.
De kandelaar staat heel dicht bij de rand en het voegt mijn inziens niets toe
Ik gum het gewoon weer uit, als we er later overheen schilderen zien we daar niets meer van.
Zoals je ziet heb ik mijn vel papier op een plank geplakt, dat geeft een mooie stevige ondergrond.
Tevens staat de plank op een ezel waardoor we staand kunnen werken.
Teken in eerste instantie alleen de grote vormen en maak je niet druk om de details.
De onderschildering bestaat uit verschillende toonwaarde van 1 kleur.
In dit geval heb ik zwart/wit genomen en maak gebruik alle grijstinten daartussen.
Het mengen kan men doen op het pallet, meestal neem ik wit en zwart en meng ik 3 grijstinten die daartussen passen. Daarna gaan we de donkerste partijen opzoek. De donkerste partijen geven we de donkerste kleur met de wetenschap dat alle andere toonwaardes dus lichter moeten zijn. De helderste waardes doen we met wit. Daarna gaan we op zoek naar de tussenwaarde. die schilderen we middengrijs. Dan hebben we nog 2 grijstinten over voor de tussenkleuren die lichter of donkerder zijn dan middengrijs. Ook nu werken we nog steeds met groffe vormen (zie toonwaarde schets)
Laten we rustig de tijd nemen om ieder object apart en grondig te bekijken. Focus op 1 object en vergeet even de andere objecten. in dit stadia neem ik er meestal ook de foto bij. De foto open ik in een fotoprogramma en selecteer de grijswaarde. De referentie foto bevat nu een overzicht van de gewenste toonwaardes in grijstinten. Dit is voor mij een check of ik goed zit en of ik nog aanpassingen moet maken. De rode doek lag in het echt aan de rechterkant wat hoger dan op de foto dus ik schat de toonwaardes van de resterende doek aan de rechterkant in als de rest van de doek. Ieder object wordt rustig bekeken en er worden wat meer details vastgelegd in de onderschildering dan in de schets. de banjo krijgt stippen en snaren, de stoel krijgt riet, ornamenten en spijkers in de bekleding. De antieke waterkoker (of wat het ook mag wezen) krijgt een kraantje en een handvat, en we observeren het licht dat de ronding van de ketel weergeeft.
Nadat we tevreden zijn met alle toonwaardes is de onderschildering klaar.
De achtergrond van de rugleuning leek me te licht t.o.v. de rest van het doek, in het stadia bij 4, dus heb ik de rugleuning overgeschilderd met een donkerder paars.
Als we transparante kleuren nemen kunnen we de eerste laag vrij eenvoudig overschilderen.
Omdat de verf transparant is blijven de lichte delen licht en de donkere tinten donker alleen veranderd het grijs in een kleur. Schrik niet, na de eerste laag ziet het schilderij eruit als een ingekleurde foto. Dit wat vale effect schilderen we in de volgende lagen weer over. Ik blijf net zolang rood en paarstinten toevoegen totdat ik tevreden ben met de look van het doek.
Daarna ga ik pas verder met een ander object zoals de stoel.
Voor het eerst goud schilderen, heb ik nog nooit eerder gedaan dus ik heb werkelijk geen idee waar ik moet beginnen. Goud uit een tube geeft niet dit effect. We proberen hetzelfde trucje als met de grisaille maar dan in kleur. We zetten de donkerste partijen in de van dijck bruin. en voegen vervolgens wat okertinten toe zoals gele oker, goudoker en gebrande Siena als midden tinten. de aller lichtste partijen geven we titaanwit mee. begint gelukkig toch op een gouden stoel te lijken :-). Als we content zijn met de randen van de leuning, beginnen we aan het riet binnenin. We proberen het patroon van het riet te doorgronden, dat zijn toch allemaal rondjes onder elkaar en naast elkaar in gelijke rijen en kolommen. We maken met een acrylstift een raster van vierkantjes, met titaanwit trekken we de horizontale rijen over. met titaanwit zetten we kruisjes op de verticale kolomlijnen. Nu vullen we de lijnen waar nodig met goudoker en gele oker, om de gouden look te krijgen. Langdurig proces van meten en wegen totdat men tevreden is. Ga regelmatig een paar stappen achteruit zodat je het werk in totaliteit kunt bekijken. voor nu lat ik het zo, het riet is erg aanwezig maar dat zie ik de volgende keer wel weer
Met dezelfde methode als bij 5 schilderen we de stoelpoten en de onderrand van de zitting. Bij de zitting proberen we de kleur te evenaren door olijfgroen te mengen met titaanwit en (veel) water. Pas op met teveel water want dan hecht de verf niet meer zo goed en veegt het de ondergrond uit. Voor de schaduw partij in de zitting meng ik de complementaire kleur van groen = rood door de verf heen waardoor hij donkerder wordt. De doek bij de voet van de ketel loopt wat raar door, dus ik schilder dat met titaanwit wederom over, totdat de doek in een vloeiende lijn verder loopt. We geven de banjo kleur met gebrande omber en beginnen aan de roos. We werken met olijfgroen de blaadjes uit, en wat rood erbij voor de schaduw kleur van de blaadjes op de zitting. Als ik een paar stappen achteruit doe vind ik de rieten leuning te aanwezig. Ik neem wat donkerpaars en maak de gaatjes tussen het riet hier en daar wat groter. Nu oogt het wat minder dicht geschilderd dan voorheen en is wat minder aanwezig.
We beginnen met het bijwerken van de schaduw, die is te hard, te slordig en niet correct. De banjo zweeft doordat hij geen schaduw heeft. Ik verf met middengrijs de schaduw en hou de lichthoeken in de gaten dat ze uit dezelfde richting komen. De schaduw komt direct tegen de banjo zodat hij niet meer zweeft. De wat te donkere schaduw temper ik later wat met zinkwit (Zinkwit blijft transparant in tegenstelling tot titaanwit). Ik twijfel over de rechterbovenhoek, wat nu te doen ? Het zwarte raam met blauw kozijn op de foto past niet in het plaatje van de klassieke objecten. Ik verzin allerlei dingen die ik i.p.v. het kozijn kan schilderen, een muur, de doek doortrekken etc. Aangezien het allemaal spullen uit de oudheid zijn ga ik op zoek op het internet. Al zoekend kom ik een glas in loodraam tegen wat enigszins verweerd is.
dat lijkt me gepast, ik schets het glas in loodraam in de rechterbovenhoek en schilder de verweerde raam. Als final touch zet ik nog wat detailwerkjes op de zitting. AL wil ik steeds nog wat details bijwerken, ik voel dat ik moet stoppen met verbeteren, en daar moet je naar luisteren, anders krijg je achteraf spijt. Nu nog even Signeren en volia, finito de la musica :-)